Coaching & Caring

Hoe zet jij je argumenten in?

Als leidinggevende versta je je vak. Als het over jouw medewerkers gaat heb je het beste inzicht in wat er moet gebeuren. Maar je moet daarvan ook je medewerker kunnen overtuigen….

Stel je hebt een medewerker, die al een jaar niet haar eigen werk doet. Hij of zij functioneert wel goed in het passende werk dat er is gevonden. De bedrijfsarts geeft aan dat het eigen werk ook in de toekomst niet meer haalbaar zal zijn. Jij wilt hem/haar eigenlijk een nieuw contract aanbieden voor het passende werk. Dat betekent wel dat je medewerker er in salaris 15% op achteruit gaat. Hoe pak je dat aan?

Om je medewerker te overtuigen van je argumenten moet je deze op een presenteerblaadje aanbieden. Het is dan wel nodig dat je weet wat je eigen standpunt is.

Standpunt en argumenten  moet je onderscheiden.
Een standpunt is de mening, die jij hebt: “het aanbieden van een nieuw contract in passend werk”. Houd dan alvast in je achterhoofd dat je kritiek op dat  standpunt kunt krijgen van je medewerker. Je argumenten zijn bedoeld als reactie op die kritiek. Er zijn signaalwoorden en zinsdelen die je daarbij kunnen helpen.

Standpunten                                                          Argumenten
“Ik vind dat..”                                                              ” …want…”
” Volgens mij…”                                                          “….omdat…”
“Het is duidelijk dat…”                                             ” ….aangezien…”
“Ik concludeer dat…”                                                “….namelijk…..”

Het is handig om ook bij je medewerker te letten op signaalwoorden. Als je de standpunten en argumenten van je medewerker goed kunt onderscheiden kun je daar ook beter op reageren met tegenargumenten.20140917_133052

Maak een argumentatieschema
Dat kun je doen m.b.v. een “boomstructuur”. Boven aan de bladzijde noteer je je standpunt. Van daaruit trek je verschillende lijnen. Aan het eind van iedere lijn schrijf je een hoofdargument. Van daaruit teken je weer lijnen naar subargumenten.

Op die manier wordt het duidelijk welke argumenten bij elkaar horen en voorkom je voor jezelf dat je subargumenten, die bij verschillende hoofdargumenten horen, door elkaar heen gaat benoemen. Je verhaal blijft dan duidelijk.
Bovendien kun je zelf ook kijken onder welk hoofdargument de reactie van je medewerker past. Je ziet de gaten in zijn/haar argumentatie en kunt daar weer op reageren.

Argumenten onderbouwen
In feite moet een argument voldoen aan twee eisen: het moet juist en geldig zijn.
Juist wil gewoon zeggen dat het moet kloppen. Je medewerker moet gezien zijn klachten ook in de toekomst niet meer in staat zijn het huidige eigen werk uit te voeren.
Geldig is een argument als het betrekking heeft op het discussie onderwerp. In het voorbeeld kan het dan gaan om zekerheid van een functie in passend werk  in de toekomst.

Er valt natuurlijk nog veel meer te zeggen over dit onderwerp. Binnenkort gaat mijn workshop ” Je vaardigheden maken je onmisbaar” van start. Heb je daar interesse voor mail me dan: jvanhardeveld@coachingencaring.nl

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Laat een reactie achter